Genootschap Historisch Delfs Haven

HOME | NIEUWS | ORGANISATIE | ERFGOED | PROJECTEN | SPONSORING | CONTACT | LINKS

ERFGOED - BEHOUD, BEHEER EN REGELGEVING

Beschermd stadsgezicht, wat is het waard?

Historisch Delfshaven is aangewezen als beschermd stadsgezicht. Dit is een besluit “van Rijkswege”, dus niet zomaar een gemeentelijke hobby. Wat betekent het, en wat heb je eraan als bewoner/betrokkene van en bij Historisch Delfshaven?

In de komende serie artikelen willen we proberen wat duidelijkheid te krijgen over deze materie:

  1. wat houdt een beschermd stadsgezicht in? Welke voorwaarden gelden er?
  2. Wat zijn de kenmerken van het beschermd stadsgezicht Delfshaven, met andere woorden:
    welk doel heeft die bescherming?
  3. De gemeente is verantwoordelijk voor de instandhouding van het beschermd stadsgezicht.
    Hoe is de gemeente omgegaan met die verantwoordelijkheid?
  4. Hoe wil de gemeente in de komende periode die verantwoordelijkheid vormgeven?

Al die vragen gaan we stapsgewijs uitwerken. Op een aantal vragen weten wij zelf op dit moment het antwoord nog niet. We gaan dit onderzoeken, door middel van interviews met betrokken toezichthouders en bestuurders. Als u als lezer suggesties hebt vernemen we dat graag. Zie de e-mail link onderaan de pagina.



BESCHERMD STADSGEZICHT DEEL 1

Wanneer en waarom is Delfshaven geclassificeerd als beschermd stadsgezicht?

Een deel van Historisch Delfshaven is beschermd stadsgezicht sinds 1969. Het betreft het deel rondom de Aelbrechtskolk en Voorhaven tot de 2e Schansstraat en aan de Oostkant het blok Piet Heynsplein, de Havenstraat. Dus op dat moment nog niet: het stukje Mathenesserdijk ten noorden van de Schiedamseweg, de kop van de Schiedamseweg, de Achterhaven en de landtong tussen Voor- en Achterhaven.

Bij de uitbreiding in 1991 werden laatstgenoemde delen van Delfshaven aan het beschermde stadsgezicht toegevoegd. Helaas hadden toen inmiddels op de kop van de landtong en het zuidelijk deel van de Voorhaven enkele onherstelbare bouwkundige ingrepen plaatsgevonden: de blokkendozen van Carl Weber, misschien leuk om te wonen maar zeker niet passend bij het stadsbeeld van Historisch Delfshaven.

Wat heb je aan een beschermd stadsgezicht?

Het betekent niet dat panden daarbinnen vanzelfsprekend rijks- of gemeentelijk monument worden. Er zijn ook geen fiscale voor- of nadelen aan verbonden. Eigenaren blijven verantwoordelijk voor onderhoud en beheer van de panden. Wel is de gemeente verplicht in het bestemmingsplan te vermelden hoe zij rekening houdt met die bescherming. Zoals de gemeente Rotterdam het formuleert in het bestemmingsplan: “Oud Delfshaven vormt een afzonderlijke ruimtelijke eenheid met een herkenbaar eigen karakter, een historisch-ruimtelijke enclave, binnen het stedelijke gebied van Rotterdam.... Het centrale element in de plattegrond wordt van oudsher gevormd door de Aelbrechtskolk en Voorhaven, langs de kaden waarvan zich in het verleden de Delftse scheepvaart- en overslagactiviteiten afwikkelden, in het verlengde van de oude vaarroute”.

Een beschermd stadsgezicht houdt niet in dat er niet verbouwd of gesloopt mag worden. Bij aanpassingen aan de zichtzijde van panden is het beschermd stadsgezicht van belang. Een sloopvergunning wordt eerst verleend als er sprake is van een bij de overwegingen van het beschermde stadsgezicht passend alternatief c.q. hergebruik. Nogmaals een citaat uit het bestemmingsplan: “kenmerkend voor de ruimtelijke opbouw van Delfshaven zijn de langgerekte gesloten bouwblokken, slechts door merendeels smalle stegen onderling gescheiden.”

NB. Dit artikel van Maarten Rensen verscheen eerder in onze Nieuwsbrief XL nr. 1, in mei 2018


BESCHERMD STADSGEZICHT DEEL 2

Hoe gaat de gemeente om met het beschermde stadsgezicht?

In deel 1 hebben wij beschreven hoe eerst in 1969 het meest noordelijke stukje van Historisch Delfshaven en vanaf 1991 heel Historisch Delfshaven de status verkreeg van beschermd stadsgezicht. Daaraan ligt een uitgebreid document ten grondslag: de “Toelichting op het voorstel tot uitbreiding van het beschermde stadsgezicht Delfshaven”.

Het karakter van Historisch Delfshaven
Uit het hoofdstuk “Nadere typering te beschermen waarden” (vergeef mij het ambtelijk jargon): Kenmerkend voor de ruimtelijke opbouw van Delfshaven zijn de langgerekte gesloten bouwblokken, slechts door merendeels smalle stegen onderling gescheiden. De bebouwing staat ononderbroken direct aan de kade, straat of steeg..... Ook de hoogte van de bebouwing vertoont grote variaties, echter niet zozeer door verschillen in het aantal verdiepingen, dat onder de kap 2 à 3 bedraagt, maar meer door de verschillen in verdiepingshoogte. De meeste panden hebben zadel- of schilddaken met de nokken haaks op de openbare ruimte gericht. Bij grotere gebouwen of complexen daarvan komen ook omlopende en of afgeplatte schilddaken voor of een langskap aan de straatzijde waarachter meerdere haakse kappen schuilgaan...

Dat was dus in de jaren ‘90 van de vorige eeuw, kort na een aantal forse ingrepen waarmee het oorspronkelijke karakter van de voormalige stad serieus waren aangetast:
Het op Deltahoogte brengen van de Westzeedijk in de jaren ‘50 en ‘60. Daarmee in verband stond de doorbraak van de achterhaven naar de Coolhaven, gepaard met de sloop van de kop van de Havenstraat,
het toenmalig centrum van de stad Delfshaven. Ook het oude, idyllische Piet Heinsplein moest sneuvelen.
De aanleg van de Metro en de sloop van de oorspronkelijke sluis naar de Schie in de jaren ‘80.
De eigenlijk niet passende nieuwbouw aan de Zuidzijde van de Voorhaven (het Weberblok op de landtong), eveneens jaren ‘80.


Ter illustratie: een foto uit 1963 van de bouwput  tijdens het doortrekken van de Achterhaven naar de Coolhaven.
Het Piet Heynsplein ging hiervoor volledig op de schop. Veel kenmerkende Delfshavense panden aan de linkerzijde
van de Havenstraat en de oostkant van het Piet Heynplein vielen hierbij onder de sloophamer.

Vooral dat laatste lijkt gefungeerd te hebben als een wake-up call. De eerdere ingrepen hadden wel geleid tot frustratie onder bewoners en liefhebbers van historisch erfgoed, maar niet tot organisatie en wijziging van de plannen. Maar het Weber-blok leidde tot een zeer brede vaststelling dat deze vorm van stedelijke vernieuwing echt niet kon: overheden, landelijke en lokale media, en zeker niet in de laatste plaats bewoners kwamen tot de conclusie dat het verleden iets was dat waarde had, dat beschermd moest worden.

Stadsvernieuwing
Misschien was toen ook wel de tijd er rijp voor: stadsvernieuwing had volop de aandacht, bouwen voor de buurt en deelname van bewoners aan de planontwikkeling via projectgroepen was toen de normaalste zaak van de wereld. In die periode kregen ook veel gebouwen de status van rijksmonument en werden overal in den lande beschermde stadsgezichten aangewezen. Ook de bewoners van Historisch Delfshaven, verenigd in actiegroepen en bewonerscomité’s werkten mee aan de pandsgewijze renovatie van het oude Delfshaven. In de slipstream van de stadsvernieuwing en de toegenomen aandacht voor cultureel erfgoed waren financiële middelen beschikbaar om woningen te herstellen en te moderniseren, maar ook om, waar nodig en mogelijk, historische panden de oude grandeur terug te geven.

Natuurlijk waren er spanningen in het overleg tussen al die betrokken partijen: de bewoners, de (vooral lokale) overheid, monumentenzorg, de woningbouwverenigingen. Maar uiteindelijk hadden al die partijen in de jaren na de aanwijzing van Historisch Delfshaven tot beschermd stadsgezicht een gezamenlijk doel voor ogen, namelijk het behouden van de uitstraling van Historisch Delfshaven.

Natuurlijk ging de grootstedelijke problematiek van Rotterdam niet aan Historisch Delfshaven voorbij: ook hier ervoer men de overlast van het verslavingsvraagstuk en de tippelzones in de directe omgeving. Maar uiteindelijk was er aan het eind van de 20e eeuw een wijkje met potentie verder uit te groeien: in de rijksmonumenten waren goede horecavoorzieningen, historisch museum de Dubbelde Palmboom, er waren kleinschalige bedrijfjes en galeries, er was antiekhandel. Met enige regelmaat werden festiviteiten georganiseerd tegen de achtergrond van het oude havenfront.

Kortom, eind 20e eeuw zag het er zeker heel aardig uit voor Historisch Delfshaven. Hoe ging het verder in de volgende decennia en hoe zou de toekomst van Delfshaven eruit kunnen zien?

In een volgend artikel willen wij proberen informatie te verzamelen hoe op dit moment omgegaan wordt met het beschermd stadsgezicht van Delfshaven: hoe zijn renovaties in de 21e eeuw tot stand gekomen, wat is de toekomst van onder meer de Dubbelde Palmboom en het Zakkendragershuisje.

NB. Dit artikel van Maarten Rensen verscheen eerder in onze Nieuwsbrief XL nr. 2, in augustus 2018



BESCHERMD STADSGEZICHT DEEL 3

Een paar decennia geleden zag het er best wel aardig uit voor Delfshaven.

Met veel inspanning werden grote bedreigingen van de grootstedelijke problematiek (criminaliteit, drugsoverlast) teruggedrongen. Met forse investeringen ook vanuit de stadsvernieuwingsmiddelen werden de achterliggende wijken aangepakt en werden ook panden in historisch Delfshaven meegenomen. Maar de financiële crisis in het eerste decennium van de 21e eeuw ging aan Delfshaven niet voorbij. De grootste klap daarin was de sluiting van museum de Dubbelde Palmboom, het historisch museum dat toch als het ware op het lijf van Delfshaven geschreven was. Je kunt erover strijden wat oorzaak en gevolg was, maar meerdere horecabedrijven moesten in die periode de deuren sluiten, antiekbedrijfjes vertrokken eveneens. Wat overbleef was een qua winkel- en horecabestand zeer minimale bedoening. De classificatie Beschermd Stadsgezicht betekende dus niet automatisch een commercieel perspectief! Is er uitzicht op verbetering? Er zijn een paar positieve punten: Mensen blijven Historisch Delfshaven bezoeken, mensen met oprechte historische belangstelling, mensen die dit stukje stad kennen van vroeger.

Bewoners blijven investeren in hun buurt: activiteiten in en vanuit de kerk, het Pilgrim Harbour Festival, Ketels aan de Kade, de Open Deur dagen, werken alleen dankzij actieve participatie van bewoners. En dan blijkt dat de classificatie als beschermd stadsgezicht toch wel een functie heeft: bouwkundige ontwikkelingen worden vanuit de afdeling welstand en monumenten van de gemeente nauwlettend gevolgd. Deze valt als team binnen de Afdeling Bouw- en Woningtoezicht van Stadsontwikkeling. Verbouwingen en herinrichtingen zijn vergunningplichtig. Door ambtenaren wordt toezicht gehouden, er is een onafhankelijke en deskundige commissie van welstand en monumenten. De werkzaamheden van deze commissie zijn openbaar, alle verslagen zijn in te zien via de website https://www.rotterdam.nl/wonen-leven/welstand/.

Natuurlijk kent het toetsen en beoordelen van plannen in monumenten en beschermde omgevingen de nodige spanningen. Om er een paar te benoemen: het VOC-pand is een Rijksmonument dat in de loop van de geschiedenis zeer veel functies gehad heeft. Het had geruime tijd leeggestaan en kreeg een tijdelijke culturele bestemming met het cultuurcentrum Worm. Toen Worm verhuisde naar de Witte de Wittstraat (cultuur hoort immers in het Centrum, niet dan?) kwam het weer leeg. Er is toen een lange periode gezocht naar een herbestemming. Uiteindelijk is die gevonden in een gemengde functie (wonen en bedrijven) door partijen die een betrokkenheid voelen bij het monumentale karakter van het pand. Bij de restauratie is en wordt gepoogd dit zoveel mogelijk in stand te houden. In het verleden was het nogal eens praktijk een pand volledig te ontmantelen, waarbij hooguit de voorpui in stand bleef. Tegenwoordig – en zeker bij beschermde monumenten - worden restauraties en herbestemmingen uitgevoerd op basis van onderzoek en ontwerp en wordt het behoud van de belangrijkste karakteristieken als uitgangspunt genomen bij de beoordeling. Het gaat bij die beoordeling niet primair om de bestemming van een pand maar veel meer om het monumentale karakter.

Voor het Burgerweeshuis, waarbij het gemeentelijk monumentenbureau ook actief betrokken geweest is, geldt hetzelfde: de kwaliteit van de restauratie en het behoud van het monument was aan de orde, niet zozeer het behoud van de welzijnsfunctie die het weeshuis voordien had als Buurthuis Piet Hein. Als restauratie een juweeltje, maar de buurt is een ontmoetingsruimte armer. Hierbij gaat de interesse van de verschillende afdelingen van de gemeente niet altijd dezelfde kant op: Een afdeling als vastgoedbeheer zal, wanneer zij eigenaar is van een gebouw in een beschermd stadsgezicht, streven naar maximale (huur of verkoop-) opbrengsten, het monumentenbureau betrekt in de overwegingen de monumentale waarde. Dat is ook het nut van de onafhankelijke commissie: deze adviseert de verantwoordelijke wethouder op de kwaliteitsaspecten van verbouwingen en restauraties.

Wat zijn op dit moment de financiële mogelijkheden bij een beschermd stadsgezicht, een gemeentelijk of een rijksmonument? Voor het beschermde stadsgezicht en het gemeentelijke monument: eigenlijk niet. Voor een rijksmonument gelden op dit moment nog voorzieningen in de sfeer van een onderhoudsregeling en belastingfaciliteiten bij onderhoud. Deze faciliteit wordt in de nabije toekomst omgezet in een subsidieregeling.

Wat heb je er dan aan?
Een pand binnen een beschermd stadsgezicht, of een monumentenpand, heeft natuurlijk een bepaalde toegevoegde waarde. Het gemeentelijk monumentenbureau en de Commissie voor Welstand en Monumenten hechten er dan ook aan bij discussies over plannen en voorstellen met de eigenaren in gesprek te gaan over de historische waarde van het pand. De gemeente is in dergelijke situaties niet leidend: eigenaren van panden moeten het voortouw nemen, plannen ontwikkelen en voorleggen. Van daaruit gaat de Commissie voor Welstand en Monumenten in gesprek, ook wanneer de gemeente zelf eigenaar is van een monumentaal pand. De gemeente ontwikkelt meestal niet zelf een plan maar verkoopt soms panden uit haar bezit, zoals ook het VOC-pand. Enkele van de hiervoor genoemde spanningsvelden spelen zich op dit moment direct voor onze ogen af: wat gebeurt er met de Abrikoos en de door de gemeente gewenste doorbraak op dat punt? En wat gebeurt er met de Dubbelde Palmboom?

NB. Dit artikel van Maarten Rensen verscheen eerder in onze Nieuwsbrief XL nr. 3, in december 2018


Medio 2018 scheef Maarten Rensen het artikel "Benut de historische rijkdom van Delfshaven". (Vers Beton)

Hoe we met deze pagina in 2020 verder gaan weten we op dit moment nog niet. We hebben een aantal aspecten van het beschermde stadsgezicht belicht, we hopen op zijn allerminst deze kennis te kunnen gebruiken bij de beoordeling van en het omgaan met de plannen in het kader van de Abrikoos en de Dubbelde Palmboom (en eventuele andere kwesties die zich aan zullen gaan dienen). Wij staan open voor suggesties!


Stichting Genootschap Historisch Delfs Haven
KvK: 69154589 
Postadres: Voorhaven 89, 3015 HE Rotterdam

         
VORIGE PAGINA  ||    TOP