Vooral dat laatste lijkt gefungeerd te hebben als een wake-up call. De eerdere ingrepen hadden wel geleid tot frustratie onder bewoners en liefhebbers van historisch erfgoed, maar niet tot organisatie en wijziging van de plannen. Maar het Weber-blok leidde tot een zeer brede vaststelling dat deze vorm van stedelijke vernieuwing echt niet kon: overheden, landelijke en lokale media, en zeker niet in de laatste plaats bewoners kwamen tot de conclusie dat het verleden iets was dat waarde had, dat beschermd moest worden.
Stadsvernieuwing
Misschien was toen ook wel de tijd er rijp voor: stadsvernieuwing had volop de aandacht, bouwen voor de buurt en deelname van bewoners aan de planontwikkeling via projectgroepen was toen de normaalste zaak van de wereld. In die periode kregen ook veel gebouwen de status van rijksmonument en werden overal in den lande beschermde stadsgezichten aangewezen. Ook de bewoners van Historisch Delfshaven, verenigd in actiegroepen en bewonerscomité’s werkten mee aan de pandsgewijze renovatie van het oude Delfshaven. In de slipstream van de stadsvernieuwing en de toegenomen aandacht voor cultureel erfgoed waren financiële middelen beschikbaar om woningen te herstellen en te moderniseren, maar ook om, waar nodig en mogelijk, historische panden de oude grandeur terug te geven.
Natuurlijk waren er spanningen in het overleg tussen al die betrokken partijen: de bewoners, de (vooral lokale) overheid, monumentenzorg, de woningbouwverenigingen. Maar uiteindelijk hadden al die partijen in de jaren na de aanwijzing van Historisch Delfshaven tot beschermd stadsgezicht een gezamenlijk doel voor ogen, namelijk het behouden van de uitstraling van Historisch Delfshaven.
Natuurlijk ging de grootstedelijke problematiek van Rotterdam niet aan Historisch Delfshaven voorbij: ook hier ervoer men de overlast van het verslavingsvraagstuk en de tippelzones in de directe omgeving. Maar uiteindelijk was er aan het eind van de 20e eeuw een wijkje met potentie verder uit te groeien: in de rijksmonumenten waren goede horecavoorzieningen, historisch museum de Dubbelde Palmboom, er waren kleinschalige bedrijfjes en galeries, er was antiekhandel. Met enige regelmaat werden festiviteiten georganiseerd tegen de achtergrond van het oude havenfront.
Kortom, eind 20e eeuw zag het er zeker heel aardig uit voor Historisch Delfshaven. Hoe ging het verder in de volgende decennia en hoe zou de toekomst van Delfshaven eruit kunnen zien?
In een volgend artikel willen wij proberen informatie te verzamelen hoe op dit moment omgegaan wordt met het beschermd stadsgezicht van Delfshaven: hoe zijn renovaties in de 21e eeuw tot stand gekomen, wat is de toekomst van onder meer de Dubbelde Palmboom en het Zakkendragershuisje.
NB. Dit artikel van Maarten Rensen verscheen eerder in onze Nieuwsbrief XL nr. 2, in augustus 2018
|