Samenvatting lezing Simon Rozendaal in Pelgrimvaderskerk op 29 september 2018
Begin 2016 betrok schrijver en wetenschapsjournalist Simon Rozendaal een woning met uitzicht op historisch Delfshaven. Binnen een week was hij verliefd, vertelde hij ten overstaan van een bomvolle Pelgrimvaderskerk, en nam zich voor een boek te schrijven over het verleden van Delfshaven. Met als gids Piet Hein, de beroemdste Delfshavenaar.
Aan de hand van het leven van Piet Hein ging Rozendaal in op enkele misverstanden over het Nederlandse verleden. Een daarvan is dat de welvaart van toen stoelt op kolonialisme en slavernij. Rozendaal merkte op dat Holland en Zeeland al rijk en machtig waren voor de VOC werd opgericht, in 1602. Holland alleen al had in 1560 een vloot van 1800 zeeschepen, meer dan welk ander Europees land ook, meldt Jonathan Israel in zijn boek The Dutch Republic.
De Nederlandse welvaart was volgens deze Britse historicus gebaseerd op de handel met de Oostzee. Zo heeft de vader van Piet Hein tussen 1590 en 1596 voor een koopman in Delft heen en weer gevaren tussen Lissabon (zout), Delfshaven (haring) en landen rond de Oostzee, waar het zout en de haring werden uitgeladen en hout en graan het schip in gingen.
Een andere pijler van de welvaart was de haringvangst. Ook dat valt in het leven van Piet Hein terug te vinden. Zijn vader was ook een tijd buiskonvooier, kapitein op een bewapend schip dat de haringvloot moest beschermen. Rozendaal verwees naar de Deense historicus Bo Poulsen, die onder meer in zijn boek Dutch herring betoogt dat Nederland gedurende meer dan twee eeuwen onovertroffen was in haringvisserij. De Deen bestudeerde zo’n veertig pogingen in omringende landen om het succes te evenaren of te stelen. Al die pogingen mislukten.
Rozendaal wees er verder op dat Piet Hein niets met slavernij te maken had. Toen de West Indische Compagnie besloot aan slavenhandel te gaan doen, in 1635, was Hein al zes jaar dood. Hij heeft zich voor die tijd mild uitgelaten over ‘Indianen’, waarmee hij vermoedelijk ‘inlanders’ bedoelde en dan vooral inwoners van de Molukken en zwarte Afrikanen, met wie hij te maken heeft gehad. Een van zijn uitspraken was: ‘Als men de Indianen met strenge en wrede procedures bejegent, dan geeft men hen oorzaak om ons te haten.’ Verder is bekend dat hij in 1627 twee Portugese slavenschepen heeft bemachtigd en de slaven heeft vrijgelaten op een eiland voor de kust van Brazilië.
Rozendaal sloot af met de stelling dat de geschiedenis fraaie en minder fraaie kanten kent en we die beide moeten accepteren, al is het maar om van de fouten van onze voorouders te leren. Hij verwees naar de massamoord die Jan Pieterszoon Coen in 1621 op de inwoners van de Banda-eilanden heeft gepleegd. Daar wordt in het Nederlandse onderwijs nauwelijks aandacht aan besteed en van de weeromstuit denken we nu abusievelijk dat alle helden van vroeger ‘fout’ waren. Zoals het spreekwoord luidt: één rotte appel in de mand, maakt al het gave fruit ten schand.
NB. Het boek van Rozendaal over Piet Hein en de Gouden Eeuw ligt eind 2019 in de winkel. Meer over Rozendaal op www.simonrozendaal.nl. |